Bij aanvang van het project, begin 2009, was de stuurgroep voorbeeldgebied Ooijpolder/Groesbeek – met alle directeuren, burgemeesters/wethouders van de gemeentes, de boerenorganisatie en het waterschap – aan zet om één en ander financieel wettelijk en ‘Brussel-proof’ te regelen.
Daarnaast functioneerde er een werkorganisatie met het loket en de betrokken ambtenaren die zorg droegen voor de uitvoering in het gebied.
De opdracht – met name meegegeven door het ministerie van VROM en de Postcode Loterij – was om uiteindelijk een aaneengesloten netwerk van ‘groene en blauwe’ landschapselementen te realiseren in een gebied van tenminste 500 hectare. Daarnaast moest een kwart van de landschapselementen gekoppeld worden aan recreatieve ontsluiting: lees wandelpaden, fietspaden of ruiterroutes.
Na afbakenen van enkele vensters in het gebied ter grote van ieder 500 hectare werd om reden van de stad-land relatie bewust gekozen voor het venster grenzend aan de stad Nijmegen. Binnen vier jaar moest tastbaar resultaat geboekt zijn, en er werd direct voortvarend te werk gegaan door voorlichting te geven in het gekozen gebied.
Besloten werd om oude landschappelijke structuren dezelfde vergoeding mee te geven als nog nieuw aan te leggen elementen. Ook werd vooraf het belang aangegeven om geldstromen van overheden niet te vermengen met private gelden. Het private geld moest vrij van Brusselse regels besteed kunnen worden. Daarnaast zou de al eerder in de streek bedachte ecologische verbindingszone tussen stuwwal en uiterwaarden binnen dit project verwezenlijkt worden.